1 december 2013

people are strange when you're a stranger

Mensen intrigeren mij. Daarom kijk ik heel graag naar de mensen rondom mij.
Dat hoeven niet per se mensen zijn die ik niet ken, integendeel.
Overal waar ik loop, zit of kom, kijk ik naar de mensen. Ik observeer. Wie niet kijkt, zal ook niets zien.
Aan de hand van wat ik zie, verzin ik een verhaal rond bepaalde personen.
De manier waarop ze bewegen, hoe hun lippen vervormen wanneer ze glimlachen, hoe ze hun geliefde liefdevol aanraken of net niet.
Kinderen kijken even gretig naar de wereld als ik doe. Verwonderd, bewonderend.

Wanneer iemand mij passeert op straat, adem ik altijd heel diep in via mijn neus. Ik probeer hun geuren te vangen. Soms ben ik teleurgesteld door wat ik ruik, door een stinkende stank. Maar meestal is de geur die ik vang, iets wat mij laat glimlachen. Het is iets wat ik net verwachtte van die persoon, of iets dat mijn hart laat opspringen van pret. Een verleidelijk parfum, een geur van vers gebak, de geur van kinderhandjes of de geur van een knetterend haardvuur.

Individuen tonen meer van zichzelf aan de buitenwereld dan dat ze zelf beseffen.
Het zijn kleine dingen die verraden wie ze zijn.
Hun handschrift, de kleur op hun lippen, het paar kousen dat ze vandaag dragen, hoe ze hun sjaal knopen, de manier waarop ze hun ogen pretlichtjes krijgen wanneer ze een smsje lezen.
Die kleine elementen stel ik samen tot een verhaal, tot een leven.

Sommige mensen blijven nog lang in mijn gedachten rondhangen, anderen ben ik onmiddellijk weer vergeten. Maar wist je, dat wij 's nachts zelfs dromen van onbekenden?
De gezichten die in jouw dromen voorkomen, zijn mensen die je ooit in je leven al eens hebt gezien. Onze hersenen verzinnen de gezichten niet die je 's nachts vergezellen.
Integendeel: al die gezichten worden opgeslagen in een klein ladekastje ergens in je hoofd. Kijk dus extra lang naar de mensen die je intrigeren, mensen die je 's nachts graag zou tegenkomen in je dromen. Want misschien gebeurt dat dan ook wel.