Toen we vanochtend onze ogen openden, lag er een dun laagje sneeuw op onze dakramen, maar ondanks die sneeuw ademde deze dag pure lente. Deze voormiddag zagen we de eerste echte Belgische aardbeien in de supermarkt liggen. We kochten een bakje, en een uurtje later genoten we van de sappige zoete smaak van de zomer. Tille genoot het allermeest van die aardbeien, van die rode vruchten gevuld met de belofte naar warmere dagen en zachtere gedachten. En ik genoot het meest van die zoete geur die de rest van de dag aan haar kaken en handjes en haren en nekje hing. Mijn aardbeiendochter.
Overdag de zon op ons gezicht, en 's avonds een dunne maar heldere maan aan de hemel. Ook Tille had de maan gezien, "kijk!" zei ze en ze wees ernaar met haar kleine vingertje. Ik vertelde haar dat het de maan was. Ze was even stil en zei dan "maam". Weer een nieuw woordje, ongelofelijk hoe snel ze bijleert de laatste maanden. Hoe groot ze wordt, ook al is ze nog zo klein. "Maam", bleef ze zeggen. En ze glimlachte en keek met haar grote blauwe ogen naar dat wonder in de lucht. Mijn aardbeiendochter, met de hemel in haar ogen.